23.10.2007

Harm van der Meulen

Zaterdag 20 oktober, op de avond voor zijn verjaardag, is mijn vader Harm van der Meulen gestorven. Zondag was ik erbij toen hij werd opgebaard. Zijn gelaatsuitdrukking was afgewend en ingekeerd. Hij had zijn ogen en zijn mond nadrukkelijk gesloten. Ik heb mijn vader altijd begrepen als iemand die zijn leven opvatte als een strijd in opdracht van God. Zijn werk in de vakbond en in de politiek was een strijd die fair maar vastbesloten moest worden gestreden. Maar hij was niet alleen een soldaat van God. Hij was ook een geliefde. Achter zijn gesloten ogen en zijn voor altijd zwijgende mond betreedt hij nu vastbesloten een binnenruimte, waar hij zich kan verenigen met de vrouw, mijn moeder, die hij innig liefhad.

Am Samstag, 20. Oktober, dem Abend vor seinem Geburtstag, ist mein Vater Harm van der Meulen gestorben. Am Sonntag war ich dabei, als er aufgebahrt wurde. Sein Gesichtsausdruck war abgewendet und eingekehrt. Er hatte seine Augen und seinen Mund entschieden geschlossen. Ich habe meinen Vater immer verstanden als ein Mensch, der das Leben genommen hat als ein Kampf im Auftrag Gottes. Seine Arbeit in der Gewerkschaft und in der Politik war ein Kampf, der fair aber entschieden geführt werden sollte. Er war aber nicht nur ein Soldat Gottes. Er war auch ein Geliebter. Hinter seinen geschlossenen Augen und seinem für immer schweigenden Mund betritt er jetzt entschieden einen Innenraum, wo er sich mit der Frau, meiner Mutter, die er innig liebte, vereinigen kann.

Keine Kommentare: